Persoonlijke noot J. Neven

Voorgeschiedenis Bijbelliederen

 

Mijn inspiratie haal ik uit Joodse en oud kerkelijke traditie

Hoe en wanneer het idee ontstond weet ik niet meer. Maar het moet rond eind 2007 - begin 2008 geweest zijn dat ik voor het eerst enkele Bijbelteksten op muziek zette. Onmiddellijk maakte ik daarbij gebruik van verschillende inspiratie bronnen. Eén daarvan wil ik er even uitlichten. Het gaat namelijk terug op een speciale ervaring. Eens brachten mijn vader en ik een bezoek aan het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Daarbij bezochten we natuurlijk ook de grote synagoge. Dat was een prachtige ervaring! Om te beginnen heb je (met keppeltje op) bij binnenkomst het gevoel de 17e eeuw te betreden. Het was alsof hier zo, in zwierige mantel en met veer op zijn hoed, de schilder Emanuel de Witte binnen zou kunnen lopen en aan een schilderij van het interieur zou kunnen beginnen. In werkelijkheid is dat schilderij er al eeuwen en de schilder ervan al eeuwen niet meer. Wie er wel binnen kwamen lopen (niet minder schilderachtig!): een grote groep Joodse jongens, in het zwart, evenwel bruisend van levenslust. Hun begeleider liet hen zich opstellen in een rij, hetgeen zij geroutineerd deden. Meteen gaf hij hen een teken, waarop zij uit volle borst begonnen te zingen. Wat zij zongen wist ik niet, maar ik begreep wel dat het iets uit de Thora moest zijn. Zeer gefascineerd luisterde ik hoe zij levendig, met volle overtuiging en enorme power een typisch Joods lied zongen.

Wat zou het mooi zijn, dacht ik, als ook de kinderen uit onze kerken zo gedreven Bijbelteksten zouden zingen! Komt dat dan niet voor? Misschien wel! Ik hoop het! Maar ik ken er geen Nederlands equivalent van. Of het moet het even stoer Bachcantates zingende Holland Boys Choir zijn.

In Engeland is dat wel anders. Daar zingt in Sint Pauls Cathedral een jongenskoor alle 150 psalmen, als letterlijke Bijbelteksten op eenvoudige melodieën. De sfeer die daarin doorklinkt is echter wel meer West-Europees sacraal en meer geënt op oude kerkelijke tradities. Bovendien zingen zij meerstemmig. In vergelijking met hen doet het zingen van de Joodse jongens meer vermoeden dat de muziek in de tempeldienst ongeveer zo geklonken moet hebben als zij het doen. Dat neemt niet weg dat ook de Europese gewijde muziek haar wortels heeft in de tempelzang.  

Mijn inspiratie bronnen zijn, naast de genoemde Joodse muziek, de Psalm melodieën van Louis Bourgeois, de koralen uit de tijd van de Reformatie en daarna, tot en met liederen van Adriaan C. Schuurman, maar ook het klassieke, doorgecomponeerde lied en klassieke koorwerken. Per lied is wel verschillend waar ik mijn inspiratie vooràl vandaan haal. Ondanks deze diepe wortels, streef ik wel naar een nieuw geluid.

 

 

 

Opgroeiende kinderen leren wij Bijbelteksten aan door ze te zingen met hen

In de tijd dat onze oudste kinderen werden geboren, kwam telkens op ons pad dat wij de kinderen Bijbelteksten moesten aanleren en dat je je talenten die je ontvangen hebt daarvoor moet inzetten. Daardoor dacht ik terug aan de Bijbelteksten die ik eerder al eens op muziek had gezet en aan mijn ervaring in de Grote Synagoge. Inmiddels zat ik op het Conservatorium, waar ik voor een tentamen van harmonieleer meer dan eens een 10 haalde, en ook voor improvisatie, waarin ik zeer gedegen les kreeg van Henco de Berg en regelmatig hoog scoorde. Een en ander bracht mij er toe het componeren van Bijbelliederen weer op te pakken. Eén van de eerste liederen die ik toen componeerde, werd er één waarin ik de letterlijke tekst van Psalm 1 compleet op melodie zette. Elke avond zong ik het lied één keer voor aan Cornelia, die met grote belangstelling luisterde. Na de tiende keer zong Cornelia, toen nog 4 jaar, het lied vlekkeloos na. Het werkte. Vanaf die tijd ben ik regelmatig letterlijke Bijbelteksten op muziek gaan zetten. ’s Avonds, na het warm eten, zingen wij aan tafel naast de Psalmen die de kinderen op school moeten leren, ook altijd één van deze Bijbelliederen. Ook zijn er inmiddels enkele van deze liederen op school aangeleerd.

 

  

 

 

Mijn liederen onderscheiden zich van andere hedendaagse liederen door de manier waarop ik uitdrukking geef aan de letterlijke Bijbeltekst

 

Klassieke liederen versus de moderne populaire liedcultuur

Wat mij bijzonder boeit aan de klassieke liedcultuur, is dat men zeer goed wist waar men mee bezig was. Alles in het lied is doordacht en doorleeft. In de moderne liedcultuur is dat niet het geval.

In grote lijnen komt het verschil hier op neer: in het klassieke lied wordt de tekst gezien als een boodschap die overgebracht moet worden op een wijze dat zij door de luisteraar en door de zanger zo goed mogelijk begrepen zal worden met het verstand en zo goed mogelijk ingebed zal worden in het gevoel. Kortom, de communicatie, het overbrengen van de inhoud staat centraal. Het gevoel wat daarbij in de muziek gelegd wordt, getuigt van een diep respect voor de inhoud.

Bij het moderne, populaire opwekkingslied, is dat niet zo. De inhoud ervan is magerder, oppervlakkiger. De diepe inhoud heeft plaats gemaakt voor losse kreten en leuzen. De herkomst ervan is minder vaak de Bijbel, en vaker het eigen sentiment. Ook de muziek is sentimenteler en banaler, platvloerser, waardoor geen uiting meer gegeven wordt aan een juist begrip van de ernst en diepte van het Evangelie. Niet de inhoud, maar de vorm staat centraal. Niet het Evangelie, maar de zanger is waar het om gaat. Niet de diepe doorleving van het Woord, maar het meditatief zwijmelende sentiment is waar men zich tevreden mee stelt.

 

Met de door onkunde ontstane leegte weet de duivel wel raad

Kort samengevat bestaan de hedendaagse vernieuwingen uit drie dingen:

- Vorm en inhoud zijn van elkaar grotendeels of geheel losgekoppeld.

- Er is veel minder ruimte voor inhoud. Waar deze er is, is deze oppervlakkiger.

- Er is veel meer ruimte voor het eigen gevoel. En ook het aanwezige gevoel is oppervlakkiger van aard.

Deze hierboven genoemde typeringen gelden over het algemeen zowel de tekst als de muziek en de onderlinge verhouding tussen die twee elementen.

Het mag duidelijk zijn, dat dit een droevige ontwikkeling is. Zeer verontrustend is ook dat zelfs in het grootste gedeelte van de voorheen zo strikte gereformeerde gezindte, geen goed begrip hiervan bestaat. Er is hier mijns inziens sprake van een hiaat! Dit zal onkunde zijn, maar het gaat mij hier alleen om het volgende:

Wanneer wij als ouders onze kinderen onvoldoende muziek met een juiste inhoud aanreiken, gaat onze jeugd zelf op zoek om die leegte te vullen! De kans dat die leegte op een andere manier invulling gegeven wordt dan wij als ouders graag zouden willen, is dan erg groot!

Daarom is niets doen aan muziek geen optie. Muziek is niet zomaar een hobby element, iets wat je er voor de aardigheid bij kan doen. Muziek is drager van teksten en gevoelens, die uitingen zijn van een bepaalde geest. Daarom dient muziek een essentieel onderdeel te zijn van de opvoeding!

Misschien is het ook wel niet eenvoudig om juist in te schatten welke muziek een juiste geest bevat.

Jezus zei tegen zijn discipelen: ‘Jullie weten niet van hoedanige geest jullie zijn.’ Laten we eerlijk zijn. Wij weten het vaak ook niet. Er zijn maar weinig mensen met de gave des onderscheids. Er zijn wel heel veel mensen die menen over deze gave te beschikken.

Nu gaat het er mij absoluut niet om, om allerlei bestaande muziek de maat te meten.

Wel wil ik hier alarmerende ontwikkelingen constateren;

  • verscheidene kerkgenootschappen weigerden lange tijd gezangen te zingen. Men hield het graag bij de Psalmen. Maar weet men eigenlijk nog wel waarom? Want nu slaan we de gezangen over en laten we de jeugd opwekking zingen en als het even kan zingen we het zelf mee.
  • 90 procent van de kerkelijke jeugd luistert opwekking en/of popmuziek.

 

Wat moet je dan wel doen?

De jeugd moeten we goede muziek laten horen, en voor zover mogelijk, ook bezig laten zijn met goede muziek. Hoe deze muziek te herkennen is? In goede muziek bevindt zich een evenwicht tussen gevoel en verstand. Is er tekst bij de muziek? Dan hoort er ook harmonie en evenwicht te zijn tussen tekst en muziek.

Mijn advies: breng kinderen zoveel mogelijk in aanraking met klassieke muziek, bij voorkeur ook met muziekles. Laat ze een instrument bespelen of stuur ze op koor of klassiek zang!

 

Wat ik nastreef in mijn liederen

Het centraal stellen van de tekst. De muziek is bedoeld om de tekst te onderstrepen, te benadrukken.  

Hoe denk ik dat te bereiken? Hoe stel je de tekst centraal in de muziek?

Vergelijk het met voorlezen. Wanneer een spannend verhaal monotoon wordt voor gelezen, schiet er niets van het verhaal over in de beleving van de luisteraars.

Wanneer een minder spannend verhaal wel heel boeiend wordt voorgelezen, zullen luisteraars eerder helemaal opgaan in het verhaal. Het verhaal is dan op eens ook veel beter te begrijpen, en zal ook veel beter onthouden worden.

Nu, zoals men een verhaal goed op toon voor kan lezen, door voordracht, inleving en stembuigingen luisteraars mee kan nemen, zo kun je in de muziek door melodieën, toonsoorten, ritmes en akkoorden de tekst dichterbij de luisteraar brengen, waardoor de tekst eerder of beter begrepen en onthouden wordt.  

 

Het Bijbellied als Bijbelse opdracht

 

Kinderen Bijbelteksten te laten zingen is een Bijbelse opdracht

Stel, je bent niet bekend met Psalm 8, en je leest de tekst voor het eerst. En dan lees je deze immens grootse inzet:

‘O HEERE, onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! Gij, die Uw majesteit gesteld hebt boven de hemelen.’

En stel, het vervolg van de psalm staat op de andere bladzijde. Wat zou je, voordat je de bladzijde omslaat, verwachten? Hoe zal de dichter invulling en uitwerking geven aan zijn indrukwekkende stelling? Wat zou hij als eerste noemen?

Het zou zeer interessant eens allerlei mogelijk speculaties daaromtrent in kaart te brengen!

En dan de verrassing:

‘Uit de mond der kinderen en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, om Uwer tegenpartijen wil, om den wraakgierige te doen ophouden.’

Zeg eens eerlijk: Wie had verwacht dat de HEERE het zo belangrijk zou vinden en er zo’n eer in zou stellen dat Zijn Naam door kinderen en zuigelingen geloofd en geprezen wordt? Dit wordt als eerste genoemd!

En toch wordt de toon hiervoor al in Deuteronomium 31 gezet. Daar zegt de HEERE tegen Mozes: ‘En nu, schrijft ulieden dit lied, en leert het de kinderen Israëls; legt het in hun mond; opdat dit lied Mij ten getuige zij tegen de kinderen Israëls.’ (vers 19)

Natuurlijk was het de bedoeling dat in eerste instantie heel het volk dit lied zou leren. Maar uit vers 13 blijkt dat het toch wel in het bijzonder de bedoeling is dat ouders dit aan hun kinderen leren. ‘En dat hun kinderen, die het niet geweten hebben, horen en leren, om te vrezen den HEERE, uw God, al de dagen, die gij leeft op het land…’

In deze tekst is meteen het doel geformuleerd:  ‘om te vrezen den HEERE, uw God, al de dagen, die gij leeft op het land…’

In het boek ‘De Openbaring van Johannes’ blijkt dat het lied van Mozes werkelijk tot behoud van mensen geleid heeft. Het wordt ook in de eeuwigheid gezongen! Want: ‘Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid.’ (Spreuken 12:19)